Beurs van Berlage

De Beurs wordt tegenwoordig in veel opzichten beschouwd als het begin van de moderne architectuur in Nederland, waarvan de Amsterdamse School de eerste grote stroming is.
Het monumentale pand werd gebouwd in de periode 1898-1903 naar ontwerp van
H.P. Berlage. De strakke bakstenen gevels, waarvan het karakter grotendeels wordt
bepaald door het ritme van de vensterreeksen, worden nergens door vooruitspringende
delen geleed. De tot verschillende hoogten opgetrokken en deels vlak en deels met
een tentdak afgedekte torens en topgevels, geven de Beurs een gevarieerd en levendig silhouet. Zowel uit- als inwendig is grote nadruk gelegd op het eerlijk tonen van het bouwmateriaal en de constructie. Natuursteen met hier en daar gebeeldhouwde
voorstellingen, is spaarzaam toegepast. In het interieur zijn de ijzeren kappen van de beurszalen in het zicht gelaten. Tijdgenoten en architectuurhistorici zagen vooral in de voorgevel met de toren aan het Beursplein overeenkomsten met de middeleeuwse
stadhuizen van Toscane.

Boven de oorspronkelijke hoofdingang bevindt zich een reliëf van L. Zijl. Bij de keuze
voor de uit te beelden onderwerpen van het decoratieprogramma werd Berlage
geadviseerd door de dichter Albert VerweyVerschillende kunstenaars vervaardigden
de decoraties voor het interieur. Uit deze samenwerking tussen diverse kunstenaars
en Berlage moest een ‘Gesamtkunstwerk' voortkomen.

Het gebouw bood oorspronkelijk onderdak aan vier beurzen: de goederenbeurs met
entrees aan het Beursplein en het Damrak, de kleine schippersbeurs met de ingang
aan het Damrak en de graan- en effectenbeurs met entrees op de hoeken van de Oudebrugsteeg. Na de verhuizing van de verschillende beurzen kreeg de voormalige goederenbeurs de |nieuwe functie van tentoonstellingsruimte Beurs van Berlage. De voormalige graan- en effectenbeurs zijn in 1988 door architect P. Zaanen aangepast voor uitvoeringen van het Nederlands Philharmonisch Orkest en het Nederlands Kamerorkest.

 

 
 
 
 

©2009 Dori Kaden